Maria

De herinnering aan haar gezicht wordt door de jaren heen vager. Nog steeds zie ik haar ogen voor me, die zo konden stralen. Vooral als ze iets goed had gedaan. Ze heette Maria.

Ik werkte pas een jaar bij De Hoop, bij de communicatieafdeling. Zij had daar een werkervaringsplek. Door de weken heen zag ik haar onzekerheid omslaan in zelfvertrouwen. Ze had talent en een hart vol geloof. Ze bloeide op. Uiteindelijk vertrok ze, vol hoop. Een eigen huisje wachtte op haar. Haar kind mocht misschien weer bij haar komen wonen. Ze ging met een lach.

Maar haar aloude vijand wachtte haar op in de stilte. In de schaduwen van haar huis, achter de gordijnen. De alcohol was haar sluipmoordenaar. Ze sloot haar deur en deed deze nooit meer open. Iemand bracht fruit langs en hing het aan de voordeur. Daar bleef het hangen, er was niemand meer om het te ontvangen.

Was het voor niks geweest?

Na het verdriet, komen de vragen. Was het voor niks geweest? Al die hoop, die vreugde over haar herstel? In gebed stelde ik die vraag, keer op keer. Het antwoord kwam toen ik besefte dat God buiten de tijd staat. Onze Heer was, is en zal komen. Hoe dat echt zit, is een mysterie, onbegrijpelijk voor ons tijdsgebonden wezens. Maar Hij is Meester over de tijd.

Deze gedachte troost mij nog steeds. Voor Iemand buiten de tijd heeft elk moment even veel waarde. 

Niet alleen het begin of het einde telt, maar elk moment dat Maria bij ons was. Elke keer dat ze God zocht en vond. Vocht en won. Viel en opstond. Lachte, groeide, straalde. Al die momenten blijven werkelijkheid en zijn kostbaar. Sommige mensen noemen verslavingszorg een druppel op een gloeiende plaat, maar ik geloof dat het gaat om die momenten. Momenten van goud. 

Laten we niet met wereldse ogen naar dit werk kijken, maar met de Eeuwige ogen van Hem. Als ik denk aan Maria, denk ik niet meer aan het netje sinaasappels, die langzaam verschrompelden aan de deurklink. Of aan de gesloten gordijnen.
Ik zie haar, Maria, wandelend naast onze Heer. Ze kijkt naar Hem op, met stralende ogen.

Deze column verscheen in Hoop magazine en de website vriendenvandehoop.nl en vrouwenwanhoop.nl.